Corydoras - pantsermeervallen

Familie: Callichthyidae (pantsermeervallen)

Onderfamilie: Corydoradinae

Vindplaats: Venezuela, Bolivia, Argentinië en Brazilië, vooral in stromend water.

Geslachtsonderscheid: Het verschil tussen beide geslachten is niet altijd duidelijk te zien. Voor alle Corydoras-soorten geldt dat de volwassen mannetjes wat slanker zijn dan de vrouwtjes. Bij sommige soorten zijn de rugvinnen van de mannelijke dieren wat spitser.

Lengte: Volwassen vissen worden, afhankelijk van de soort 3 tot 7 centimeter lang. De meeste volwassen Corydoras-soorten hebben een lengte van 4 tot 6 centimeter.

Temperatuur en watersamenstelling: 22-26 graden celcius. Deze vissen stellen weinig eisen aan de watersamenstelling, wat ze tot dankbare vissen voor beginnende aquarianen maakt. Het is echter voor het welzijn van de dieren beter om een deel van het aquariumwater regelmatig (ongeveer 1 keer per week) te verversen.

Huisvesting: Deze visjes kunnen zowel in kleine als grotere aquaria worden gehouden. Voorwaarde is dat er voldoende planten aanwezig zijn en dat het waterpeil niet al te hoog is; 30 centimeter is doorgaans meer dan voldoend. De vissen stellen stromend water zeer op prijs, maar ook in stilstaand water voelen ze zich thuis. Omdat de visjes graag in de bodem woelen op zoek nar voedsel, is grof of scherp grind niet geschikt als bodembedekking. Om aan de natuurlijke behoefte van de vissen tegemoet te komen, kunt u verschillende plaatsen in het aquarium speciaal inrichten. erg geschikt hiervoor is een laag gewassen zand van enkele centimeters dik, die enigzins beschut onder overhangende planten of een stuk kienhout is gesitueerd.

Sociale eigenschappen: Alle Corydoras-soorten zijn vissen die het liefst gezelschap hebben van meerdere soortgenoten. Alhoewel ze geen hechte scholen vormen, zijn ze graag in elkaars nabijheid. Ze vormen een levendig gezelschap in de onderste lagen van het aquarium. De verschillende soorten kunnen het onderling goed vinden. Deze vriendelijke meervalletjes gaan hun eigen gang en laten andere aquariumbewoners altijd met rust. Vanwege hun vreedzame aard en hun typische gedrag zijn ze geschikte bodembewoners in gezelschapsaquaria. Ze passen het beste bij vissen die de middelste en bovenste waterlagen bevolken. Waak ervoor om deze vriendelijke visjes samen met onverdraagzame of zelfs agressieve vissoorten samen te houden, aangezien de daar geen partij voor vormen. De dieren zijn overdag actief, in tegenstelling tot de meeste andere bodembewoners, die juist tegen de schemering wat van zich laten zien.

Voedsel: Deze visjes zijn echte alleseters. Ze ruimen keurig het voedsel op dat door de overige bodembewoners niet snel genoeg wordt opgegeten. Ze hebben daarnaast behoefte aan plantaardig voedsel en aan levende of gedroogde voederdiertjes. Erg geschikt voor deze vissoort zijn voedertabletten voor bodembewoners. Ook zijn ze dol op tubiflex.

Kweek: De kweek is vrij eenvoudig, al is voor een optimaal resultaat een speciaal hiervoor ingericht kweekbakje geschikter dan een gezelschapsaquarium. De visjes hebben allemaal ongeveer hetzelfde voortplantingpatroon, met het verschil dat de ene soort zijn kleefachtige eitjes op planten of aquariumruiten zal afzetten en de andere juist een kuiltje graaft waar de eitjes in worden gedeponeerd. Ook het aantal eitjes dat per keer wordt afgezet, verschilt van soort tot soort. De dieren moeten vooraf goed en afwisselend gevoerd worden zodat ze in een goede conditie zijn. Ververs het water in de kweekbak steeds beetje bij beetje. Een bij elkaar passend kweekstel is van belang om de kweek tot een succes te maken. Meestal zich vanzelf geschikte kweekparen uit een schooltje, die onder meer opvallen omdat ze steeds in elkaars nabijheid zijn. De ideale omstandigheden om de kweken te bespoedigen, zijn een pH van ongeveer 6,5 en zacht water bij een temperatuur van 26 graden celsius. Vang de ouderdieren na het afzetten van de eitjes uit en breng de jonge visjes groot met fijn stofvoer (S. Micron).

Kweekvormen: Er zijn ontelbaar veel verschillende Corydoras-soorten die geen kweekvarianten zijn en allemaal een andere tekening hebben. De C. aeneus wordt 7 centimeter lang en is de bekendste en ook de grootste. Nog steeds worden er nieuwe soorten ontdekt en ingevoerd, die op het eerste gezicht vooral van elkaar afwijken in kleur, tekening en grootte. De enige echte kweekvariant is de 'Albino'. Dit visje is even sterk als de andere Corydoras-soorten en vormt een mooi contrast tegen een donkere bodemgrond.

VOLLEDIGE TEKST