Koi

KOI (karper)

Ongeveer 10.000 jaar geleden was het verspreidingsgebied gelegen tussen de Donau en Centraal-Azië. Na de laatste ijstijd (ca. 10.000 vóór Christus) begon de karper zich van hieruit te verspreiden. De Romeinen leerden rond het begin van de jaartelling de goede eetbaarheid van de karper kennen en dit leidde ertoe dat zij het dier overbrachten naar het thuisland Italië. Monniken hebben in de Middeleeuwen de karper een groter verspreidingsgebied over Europa gegeven. De vis werd toen al in vijvers gekweekt. Zo is de karper waarschijnlijk in de 14e eeuw in ons land terechtgekomen. Uit kloostervijvers ontsnapte exemplaren hebben op sommige plaatsen een natuurlijke populatie kunnen opbouwen. De nakomelingen van deze karpers worden meestal wilde of boerenkarpers genoemd.

De karper (Cyprinus carpio) kenmerkt zich door het bezit van twee bekdraden aan de bovenlip en twee bekdraden in de hoeken van de grote, uitstulpbare bek. Hiermee onderscheidt de karper zich van een groot aantal familieleden, zoals de kroeskarper, de giebel, de graskarper, de kopvoorn en de winde. Opvallend aan de karper is verder de lange, hol ingesneden rugvin. De voorste vinstraal van de rugvin is hard en getand. In het beschubbingspatroon van de karper bestaan veel variaties: naast schubkarpers (volledig geschubd) bestaan er spiegelkarpers (deze hebben slechts enkele grote, onregelmatig geplaatste schubben), rijenkarpers (een rij grote schubben op de zijlijn) en naaktkarpers (de schubben ontbreken geheel). De karper kent ook kleurvariëteiten, In China werd de karper, met name de gekleurde mutaties, als een heilige vis gezien. De karper stond voor kracht, wijsheid, doorzettingsvermogen en geluk. De mythe gaat namelijk dat er aan de bron van een rivier, achter een hemelshoge waterval, een grote zwarte draak leefde. Deze zwarte draak terroriseerde de gehele wereld. Ondanks vele pogingen slaagde niemand er in de draak te vernietigen. Op een gegeven moment zwom er een grote karper in de rivier, die in staat bleek om tegen de waterval op te zwemmen. Eenmaal boven aangekomen, veranderde de karper in een witte draak. De witte draak bleek in staat om, na een hevige strijd, de zwarte draak te verslaan. Vanaf dat moment, zo gaat het verhaal, is de karper voor zowel de Chinezen als de Japanners een heilige vis.


(klik op de foto om het te vergroten)

De originele koi (karpers) komen uit Japan. Alleen dit heeft wel een paar jaar geduurd voordat men deze kwaliteit kreeg. Dit kwam doordat afgelopen paar honderd jaar is China een aantal keren door Japan overheerst. In deze periode werd een aantal zwarte karpers (Magoi) naar Japan meegenomen, als consumptie kweekvis. De rijstboeren kweekte actief met de karpers, maar door inteelt verschenen de gekleurde karpers zoals de Asagi. Door deze ontwikkelingen hielden de rijstboeren de gekleurde karpers als huisdieren Waardoor de koi-hobby is ontstaan.

De naam KOI staat voor karper, dus als je koi-karper zegt! Dan zeg je als het ware karper karper. De volledige Japanse naam is Nishikigoi, Nishiki betekent gekleurde zijde. Het is de nationale vis van Japan en symboliseert liefde en krijgshaftigheid. Maar omdat niet ieder koi hetzelfde is, heeft iedere koi een naam en die naam behoort tot een groep. Wat belangrijk is voor bv wedstrijden! Hieronder staan de basis koi`s die een onderscheid geven van de diverse koi varianten. Als u op een koivariant klikt met de muis, krijgt u meer diepgaande informatie over die groep.

(klik op de foto om het te vergroten)

De schubben:

Fucarin: Beschrijft de huid tussen de schubben. Deze term wordt meestal gebruikt voor koi met een goede metaalkleurige huid. Deze soort heeft kleine, niet overlappende schubben.